HOMILIE ZONDAG SEXAGESIMA
Kan. F. de Martin, Instituut Christus Koning
Brugge, 24 februari 2019
Beminde gelovigen,
Hoe vaak komen we niet in de
biechtstoel zeggen: "Ik probeerde tegen de verleiding te vechten, maar ik gaf
er toch aan toe"? En hoe vaak kenden we al van tevoren het antwoord:
"Het kan moeilijk anders, als we op onze eigen krachten rekenen".
Als we echter goed zoeken, kunnen
we ook zeggen: "Ik weet echt niet hoe ik het kon volhouden. Ik was
uitgeput, ik was klaar om de handdoek in de ring te gooien, en toch zei ik een
klein gebed en hield ik stand. Ik deed wat ik moest doen, zonder echt te weten
hoe."
Hier zien we het grote verschil
tussen dingen verwezenlijken op eigen kracht - of God het in onze plaats laten
doen. Als we ons prima voelen, klaar om alles te geven om te kunnen slagen in
het leven, doen God en de heiligen in de hemel vooral niets. Ze wachten en
kijken naar het spektakel dat zo vaak herhaald wordt. In onze hoogmoed proberen
we een sprong van 10 meter te maken. Maar we blijven met onze voeten aan een
losliggende kabel haperen. Het is belachelijk, maar het brengt hen niet aan het
lachen. Ze zien ons liever wanneer we helemaal niet in goede vorm zijn, wanneer
we in nood verkeren, wanneer we zwak zijn. Omdat we dan minder hard, minder
rigide, minder hoogmoedig, minder zelfverzekerd zijn. We hebben gezien wat het ‘ego’
doet, en al geven we het niet graag toe, het is niet roemvol. En op dat moment
zijn we klaar om de hulp van de hemel te ontvangen. Voordien waren we zoals
harde was, die bij de eerste tegenstand breekt. Nu zijn we zoals zachte was,
waarmee God kan werken en waarop Hij zijn stempel kan drukken.
In het epistel zien we het
duidelijk genoeg. De heilige Paulus lijdt, en hij lijdt behoorlijk hard. Een
ziekte verhindert hem om te slapen en zelfs om helder te denken. Hij kan niet
meer en Paulus vraagt God om zijn pijn weg te nemen. En toch antwoordt God:
"Mijn genade is voldoende voor u, want het is in de zwakte dat mijn kracht
zich toont".
Als we kijken naar de cultuur in
het algemeen, hetzij de literatuur of de muziek, waren de auteurs of
componisten altijd meer geïnspireerd toen ze leden dan wanneer ze gezond waren.
Onze gebeden zijn altijd ferventer en nederiger wanneer we in nood verkeren. We
zijn veel meedogender als we net gevallen zijn. En de goede God wacht op deze
momenten om ons genaden te schenken. "Onze zwakheid," zegt St.
Franciscus van Sales, "is de troon van de barmhartigheid van God."
Zijn genade is genoeg voor ons. En net wanneer we lijden, kunnen we de meeste
hoop hebben om onze vijanden te verslaan. Dan zien we de waarheid van die
andere uitspraak van de heilige Paulus: "Ik kan alles in Hem die mij kracht
geeft". Dus ja, de dagen waarop de kinderen niet in de hand zijn te houden,
de dagen waarop we niet slaagden voor een examen hoewel we goed gestudeerd
hadden, de dag dat we een onrechtvaardig en onaangenaam verwijt incasseren van mensen
van wie we het meeste houden, dit zijn de dagen waarop we onze vijanden kunnen
bekeren, ons land kunnen sparen voor de toorn van God of het Vagevuur kunnen leegmaken.
Meer nog, wanneer op een dag niets verloopt
zoals wij het willen en dat we op zijn van de zenuwen, dat is het moment om
tegen de goede God te zeggen: "Goed, ik geef niet op, maar Gij bekeert of
geneest voor mij deze persoon”. Er komen ongelofelijke genaden uit dergelijke
momenten.
Laten we naar enkele voorbeelden
kijken om dit beter te begrijpen. Sint Franciscus Xaverius interesseerde zich
niet in het geestelijk leven toen hij een soldaat was. Maar tijdens zijn lange
ziekte heeft hij alles begrepen; omdat hij zich zwak en afhankelijk voelde. Sint
Benedictus was in staat om een religieuze orde te stichten die het
christendom en de beschaving zou redden, juist omdat er rondom hem alleen maar
vernietiging en verlatenheid was. Op dezelfde manier verschijnt de Heilige
Maagd niet aan de paus of de machtigen, nee, ze verschijnt altijd aan kleine
kinderen of aan een arme Indiaan. Op dezelfde manier koos God als eerste paus geen
geleerde en krachtige man, maar een grote kolerieke kerel, nogal gefrustreerd,
die al moeite had om zichzelf te beheersen. Maar het is net toen we Sint Petrus
de Kerk zagen leiden, dat we niet meer twijfelden dat de hand van God dààr was.
Dit kon alleen maar van God komen, want als het van de man in kwestie afhing …
wel, hij zou het zelf opgegeven hebben.
Uiteindelijk is alleen God ons
toevluchtsoord. We moeten stoppen met onszelf te zien als de belangrijkste
persoon in ons leven. Nee, de belangrijkste persoon in ons leven is God, en
zolang we dit niet willen erkennen, gaan we van mislukking tot mislukking tot
het moment dat we, volledig vermorzeld door het leven en door de genade van
God, nog slechts met een zachte stem kunnen smeken: "Genade, Heer, ik heb U
nodig." Zoals Sint Paulus die Hij van zijn paard moest laten vallen en
blind maken om hem te doen begrijpen.
Een
psalm zegt ons: "Dwaas is de man die zijn vertrouwen stelt in zijn
rijkdommen en niet in God".
Wat
ons betreft, is alleen God ons toevluchtsoord. Maria moet ons de weg naar Hem
wijzen. Laten we in de droefheid naar deze vreugde kijken die onze Moeder in de
Hemel is, deze morgenster die ons naar haar Zoon leidt. En wanneer we de keuze
hebben gemaakt om, met opzet, zwak te worden, om ons als kleintjes aan de hand
van Jezus Christus en zijn Moeder te laten houden, dan zijn we rotsen van
heiligheid.
Reacties
Een reactie posten